Eileen Pluijm, 13 maart 2024
Klachtplicht bij loonvordering
Wat vind jij?
Een werknemer klaagt pas na jaren over te weinig betaald loon. Kan deze werknemer hierop dan nog aanspraak maken?
De rechtbank Rotterdam vond in een recente uitspraak van wel. Kernpunten van de zaak:
📌 In 2021 spraken werkgever en werknemer af dat zij 7 uur per week meer ging werken. Vlak daarna – nog voor de urenuitbreiding in was gegaan – werd werknemer ziek. Werkgever en werknemer besloten daarom om de uitbreiding uit te stellen totdat zij weer beter was. Maar zij herstelde niet en ging ziek uit dienst.
📌 Bij de rechter vordert werknemer het achterstallige loon over de 7 uur per week. Werkgever meent dat werknemer hierop geen beroep meer kan doen; Zij heeft de klachtplicht (art. 6:89 BW) geschonden door twee jaar lang niet te klagen over de hoogte van haar loon.
Uitkomst:
🔍 Volgens de Rotterdamse kantonrechter gaat de klachtplicht niet op bij loonvorderingen. Dit omdat bij niet-betaling van loon geen sprake is van een gebrek in de prestatie – waarvan voor een geslaagd beroep op art. 6:89 BW sprake moet zijn – maar van het uitblijven van die prestatie. Bovendien vindt de rechter de klachtplicht niet passen bij de bijzondere relatie tussen werkgever en werknemer. Door de afhankelijke positie kan een werknemer zich geremd voelen om tijdens het dienstverband iets te zeggen over te weinig betaald loon.
🔍 Toch krijgt werknemer geen loon over de 7 uur per week. De kantonrechter oordeelt dat er een duidelijke afspraak is gemaakt over uitstel van deze urenuitbreiding.
Of de uitspraak navolging krijgt, is de vraag. In de rechtspraak wordt nog wisselend geoordeeld over de klachtplicht bij loonvorderingen. Wordt dus vervolgd.
Lees hier de hele uitspraak.