Jan van der Steenhoven, 13 februari 2020
Na Borstlap: Sagrada Familia aan de Noordzee of Polderpijn?
In het FD van gisteren wijst Ed Groot, voormalig parlementariër voor de PvdA, er op dat de Tweede Kamer ondanks Borstlaps aanbeveling aan het cherry picken slaat (FD 12 februari 2020). Hij betreurt dat, hoewel collega columnist Matthijs Bouman (FD 25 januari 2020) juist aanbeval dat de krenten wél uit de pap gehaald moesten worden. En PvdA partijleider Asscher zag kennelijk een frontale aanval op “vast minder vast” uit het rapport als reddingsboei voor zijn partij tegen de electorale verdrinkingsdood.
Voor wie net in de discussie inlogt: de Commissie Borstlap luidt de noodklok over de Nederlandse arbeidsmarkt en beveelt in 114 pagina’s na een grondige analyse, onderbouwd met talloze wetenschappelijke onderzoeken, aan flex minder flex te maken, vast minder vast en zzp’ers mee te laten dragen in lasten van pensioen en arbeidsongeschiktheid. Je hoeft het er niet volledig mee eens te zijn (en dat ben ik niet), maar deze commissie die intern qua samenstelling alle hoeken van de polder kende en ook nog eens met honderden praktijkmensen gesproken heeft, maakt tenminste een alomvattende keuze bij de oplossingen van de dichtgeslibde arbeidsmarktregelgeving. In een vorig leven (Terug de Polder In, naar een werkende arbeidsmarkt, 2013) deed de huidige Minister van J&V al verspreide aanbevelingen voor een totaalaanpak, maar of dat Borstlap gaat helpen ongeschonden door de Kamer te komen?
Het bouwwerk van de arbeidsmarktregelgeving heeft inmiddels, 75 jaar na de invoering van de in Europa unieke, door velen vermaledijde, voor anderen beschermingsillusoire, preventieve ontslagtoets, veel weg van een rijksmonument waarin de verschillende bouwstijlen koste wat het kost bewaard moeten blijven om de Arbeidsmonumentenzorg, vakorganisaties én grote werkgevers, tevreden te houden.
In het beste geval wordt het bouwwerk conform Borstlaps wensen een Sagrada Familia aan de Noordzee. Een indrukwekkend monument, leuk voor de arbeidsrechttoerist, maar onbewoonbaar, waaraan Borstlap en opvolgende commissies nog veel werk zullen hebben (om van de arbeidsrechtadvocaten niet te spreken), maar wat nooit af zal komen.
In het slechtste geval leidt ook het werk van deze commissie tot onuitsprekelijke Polderpijn, inadequaat bestreden met lapmiddelen van parlementaire kwakzalvers. Maar ja, wie polder wil zijn moet pijn lijden: Polderpijn