Nieuwsbrief

Nieuwsbrief

Wet werk en zekerheid (Wwz), 23 februari 2016

De transitievergoeding: hoe berekent u die?

Op 1 januari 2015 en 1 juli 2015 zijn de wijzigingen uit de Wet werk en zekerheid (Wwz) in werking getreden. Iedere maand krijgt u een nieuwsbrief waarin wij antwoord geven op actuele vragen uit onze praktijk.

Deze nieuwsbrief staat in het teken van de berekening van de transitievergoeding. Aan de hand van enkele praktijkvoorbeelden geven wij u een overzicht van de belangrijkste regels voor het berekenen van de transitievergoeding.

Hoe zat het ook alweer? 

Iedere werknemer die twee jaar of langer in dienst is heeft recht op een transitievergoeding als de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever tot een einde komt. Onafhankelijk van de route voor ontslag (UWV of kantonrechter). Dat geldt ook als de werkgever besluit een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet te verlengen. De transitievergoeding is niet verschuldigd bij een einde van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden (beëindigingsovereenkomst), maar de transitievergoeding heeft in de beëindigingsonderhandelingen - net zoals voorheen de kantonrechtersformule - een ‘reflexwerking'. Belangrijk dus, om bij het berekenen van de  transitievergoeding de juiste inkomensbestanddelen te betrekken. En welke dat zijn wordt steeds duidelijker.

Hoe berekent u de transitievergoeding?

  • Eerste 10 jaar: 1/6 maandsalaris per volledig gewerkt halfjaar (1/3 per jaar);
  • Na de eerste 10 jaar: 1/4 maandsalaris per volledig gewerkt halfjaar (1/2 per jaar);
  • Voor werknemers ouder dan 50 jaar en een dienstverband van minimaal 10 jaar geldt tot 1 januari 2020 in beginsel een overgangsregeling: 1/2 maandsalaris per volledig gewerkt halfjaar (1 per jaar).

De transitievergoeding bedraagt maximaal € 76.000,= bruto of het jaarsalaris als dat hoger is dan € 76.000,= bruto.

Voorbeeld 1: Berekenen van het arbeidsverleden                  

Stel:      
Geboortedatum 4 november 1964    
Datum in dienst 1 juli 2002    
Datum uit dienst 1 juni 2016    
Maandsalaris € 3.000,= bruto per maand    
Vakantietoeslag 8%    
13e maand Ja    
Overwerkvergoeding € 1.000,= per jaar    

Variabele beloning

€ 1.200,= per jaar gemiddeld

 

 

Ploegentoeslag € 0,=    
Berekening:      
Eerste 10 jaar 10 jaar, 0 maanden, 0 dagen 10 x 1/3 = 3 1/3
Na de eerste 10 jaar 2 jaar, 4 maanden, 3 dagen 2 x 1/2 = 1
50+ regeling 1 jaar, 6 maanden, 28 dagen 1,5 x 1 = 1 1/2
       
Totaal     5 5/6


Voorbeeld 2: Berekenen van het loon

Welke looncomponenten worden bij de berekening van de transitievergoeding betrokken?

  • Maandsalaris: Het op dat moment geldende bruto uurloon vermenigvuldigd met de overeengekomen arbeidsduur per maand. Het laatstverdiende salaris dus (€ 3000,= bruto). Staat de arbeidsduur niet vast, dan geldt het gemiddelde van het loon in de 12 maanden voorafgaand aan het moment waarop de arbeidsovereenkomst eindigt. Het werkgeversaandeel in de pensioenpremie, de werkgeversbijdrage Zorgverzekeringswet, de auto- en de onkostenvergoeding worden niet meegenomen;
  • Vakantietoeslag (8%) en vaste eindejaarsuitkering (dertiende maand): het gemiddelde van het bedrag waarop de werknemer binnen twaalf maanden aanspraak zou hebben bij voortzetting van de arbeidsovereenkomst. Houd u daarbij rekening met eventuele salarisverhogingen die de grondslag vormen voor de berekening van de vakantietoeslag en de vaste eindejaarsuitkering;
  • Vaste looncomponenten (overwerkvergoeding € 1000 per jaar, ploegentoeslag € 0): het gemiddelde van de overeengekomen vaste looncomponenten verschuldigd in de twaalf maanden voorafgaand aan het einde van de arbeidsovereenkomst;
  • Variabele looncomponenten (bonussen, winstuitkeringen, niet vaste eindejaarsuitkeringen, € 3600 over 3 jaar): het gemiddelde van de overeengekomen variabele looncomponenten verschuldigd in de drie kalenderjaren voorafgaand aan het einde van de arbeidsovereenkomst. 


Voorbeeld 3: Berekenen van de transitievergoeding

Arbeidsverleden x loon = transitievergoeding

5 5/6  x ((€ 3000 x 13,96 / 12) + (€ 1000/12) + (€ 3600/36)) = € 21.427,76 bruto


Voorbeeld 4: Overgangsrecht transitievergoeding

Partijen hebben met elkaar de volgende reeks van arbeidsovereenkomsten gesloten:

De arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wordt beëindigd. Welke arbeidsovereenkomsten tellen voor het berekenen van het arbeidsverleden voor de transitievergoeding mee?

Voor de berekening van het arbeidsverleden geldt dat een of meer voorafgaande arbeidsovereenkomsten, die elkaar met tussenpozen van ten hoogste zes maanden hebben opgevolgd, worden samengeteld. Om te voorkomen dat partijen die voor de invoering van de Wwz de keten hebben onderbroken met meer dan drie maanden (de oude ketenregeling) worden geconfronteerd met een transitievergoeding over de gehele periode van de arbeidsrelatie, is er voor deze situatie overgangsrecht gemaakt. Voorafgaande arbeidsovereenkomsten worden niet samengeteld als zij elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van meer dan drie maanden indien:

  • Deze arbeidsovereenkomsten zijn geëindigd voor 1 juli 2012; of
  • Deze arbeidsovereenkomsten zijn geëindigd voor 1 juli 2015 en ten hoogste zes maanden na het einde van een voorafgaande arbeidsovereenkomst een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is aangegaan.

Hebben tijdelijke arbeidsovereenkomsten van vóór 1 juli 2012 elkaar met een onderbreking van meer dan drie maanden opgevolgd, dan tellen deze op grond van het overgangsrecht dus niet mee voor de berekening van de transitievergoeding. In dit voorbeeld wordt daarom het eerste jaarcontract niet meegeteld. Voor tijdelijke arbeidsovereenkomsten die eindigen na 1 juli 2015 geldt wel dat de ‘transitieketen' pas doorbroken is als er een tussenpoos is geweest van meer dan zes maanden

Vragen uit de praktijk

“Ik ben gebonden aan een cao van vóór 1 juli 2015, met daarin afspraken over een beëindigingsvergoeding. Kunnen mijn werknemers daarnaast ook aanspraak maken op de transitievergoeding?”

Op collectieve afspraken met een vakbond is een overgangsregeling van toepassing. Dit geeft sociale partners de mogelijkheid bestaande afspraken aan te passen aan de nieuwe wetgeving. Het overgangsrecht houdt in dat de afspraken met de vakbonden voorgaan op de transitievergoeding. Dit geldt  totdat de afspraken worden verlengd, gewijzigd of komen te vervallen, maar uiterlijk tot 1 juli 2016. Let op: vanaf dat moment kunnen de vergoedingen gaan samenlopen.

“Is voorzien in een aftopping van de transitievergoeding tot de pensioengerechtigde leeftijd?“

Bij de kantonrechtersformule gold dat de vergoeding in beginsel niet hoger kon zijn dan de verwachte inkomstenderving tot aan de pensioengerechtigde leeftijd. Deze zogenaamde ‘aftoppingsregel’ geldt niet meer. Dit betekent dat de gehele transitievergoeding verschuldigd is bij het ontslag van een bijna pensioengerechtigde werknemer, ook als de inkomensderving lager is dan de hoogte van de transitievergoeding. De vergoeding is niet verschuldigd bij een pensioenontslag. Daarom is het in dat geval aan te raden op te zeggen tegen de AOW- of pensioengerechtigde leeftijd.

Nieuws

Transitievergoeding na twee jaar arbeidsongeschiktheid

De transitievergoeding is ook verschuldigd als de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd na twee jaar arbeidsongeschiktheid. Kosten in verband met re-integratie kunnen niet in mindering worden gebracht op de transitievergoeding. De vraag of de werkgever de arbeidsovereenkomst dan ‘slapend’ kan laten voortbestaan werd recentelijk voorgelegd aan de kantonrechter Almere. De kantonrechter overwoog dat een werkgever niet verplicht is om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Als een werkgever de arbeidsovereenkomst slechts in stand houdt omdat hij geen  transitievergoeding wil betalen, is dit wellicht onfatsoenlijk, maar dit betekent nog niet dat dit te kwalificeren is als ernstig verwijtbaar handelen op grond waarvan een billijke vergoeding verschuldigd is. Daarvan is volgens de kantonrechter slechts in uitzonderlijke omstandigheden sprake.

Het is niet in alle gevallen verstandig om de arbeidsovereenkomst ‘slapend’ te laten voortduren. De werknemer kan immers (gedeeltelijk) herstellen en (beschikbaar zijn om) passende arbeid (te) verrichten, zodat de werknemer weer aanspraak kan maken op loon. De transitievergoeding zal dan bij een eventuele latere beëindiging van de arbeidsovereenkomst hoger zijn.

Heeft u vragen naar aanleiding van deze nieuwsbrief? Neem gerust contact met ons op. Wij helpen u graag. 

Met vriendelijke groet,

Ester Kalis, Matthijs Bos, Eugenie Ágoston, Maartje van Asten, Yvonne Raymakers, Nicole Stalma, Anantha Vos, Marjon Schlimbach, Lilian Peels en Roel Valstar

Van der Steenhoven advocaten N.V.
Herengracht 582-584, (1017 CJ) Amsterdam
Tel +31 (0)20 607 79 79
www.vandersteenhoven.nl, mail.

Aan de samenstelling en inhoud van deze nieuwsbrief is de meeste zorg besteed. Van der Steenhoven advocaten N.V. aanvaardt geen verantwoordelijkheid ten aanzien van op basis van dit artikel genomen beslissingen, tenzij zij vooraf in concrete gevallen is geraadpleegd.

 

 

Wilt u de nieuwsbrief ook ontvangen?


  meld u dan hier aan