Nieuwsbrief, 24 november 2022
Met muziek is alles lichter!
Na genoten te hebben van een fijne nazomer, staat de feestelijke decembermaand alweer voor de deur! De maanden oktober en november zijn voorbij gevlogen. Bij VDS bereiden we ons voor op een goede afsluiting van het jaar en maken we ons op voor het nieuwe jaar. En wat kan natuurlijk niet ontbreken aan eindejaarsbijeenkomsten? Juist, muziek! Deze nieuwsbrief staat dan ook in het teken van "muziek" vol extra feestelijke én muzikale actualiteiten binnen het arbeidsrecht, intellectueel eigendomsrecht, privacyrecht en ondernemingsrecht. Maar eerst een aantal muzikale tips voor de komende periode van het VDS-team.
Deze zomer deed het hof Den Haag een uitspraak over een ontslag op staande voet wegens schending van een nevenwerkzaamhedenbeding. De werknemer werkte bij de Stichting Ondersteuning Tweede Kamerfractie Denk als communicatiemedewerker. Volgens de werkgever werd het nevenwerkzaamhedenbeding in de arbeidsovereenkomst niet alleen overtreden omdat de werknemer naast zijn werk een coronateststraatbedrijf runde, maar ook omdat de werknemer onder werktijd met apparatuur van werkgever muziek produceerde. De werknemer presenteerde zich op Youtube en Spotify als ‘producer’ en had een eigen Youtube kanaal. Maar het hof vond het onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er muziek tijdens het werk werd geproduceerd en oordeelde dat de activiteiten op Youtube en Spotify ‘het niveau van een hobby niet overstegen’.
Deze uitspraak is in lijn met de regels die per 1 augustus 2022 voor nevenwerkzaamheden gelden. Een verbod op nevenactiviteiten is niet meer toegestaan, tenzij er een objectieve rechtvaardigingsgrond voor de werkgever is. Een hobby mag natuurlijk, maar als nevenwerk een overschrijding van de arbeidstijdenwet oplevert of een risico voor gezondheid of veiligheid meebrengt, dan is het een ander verhaal.
Vragen over nevenactiviteiten? Neem contact op met het team arbeidsrecht.
Op een muziekfeest of festival kan een goede DJ uiteraard niet ontbreken. Het komt wel eens voor dat twee DJ’s onder een vergelijkbare naam optreden en dat daardoor verwarring ontstaat. Dat is schadelijk als daardoor boekingen worden misgelopen en dat kan zeker gebeuren wanneer de DJ’s muziek produceren binnen hetzelfde genre. Zo’n situatie deed zich enige tijd geleden voor. Wat was er aan de hand?
William Djoko is sinds 2006 een professionele DJ die zich met name richt op het genre house en techno. Hij treedt op onder de naam (William) (Kouam) Djoko en is wereldwijd bekend door optredens, sociale media en muziekstreamingsdiensten zoals Spotify. Hij heeft de naam ‘William Djoko’ als Europees merk geregistreerd voor onder andere muziekopnames en diensten van artiesten. Hieronder staan twee voorbeelden van reclameposters voor feesten waar William Djoko draaide:
De andere DJ in deze zaak is een professionele DJ die draait onder de naam DJOKO. DJOKO heeft al een lange tijd een Facebookpagina, enkele optredens gedaan en in 2015 is zijn eerste nummer uitgebracht op Spotify. Omdat DJOKO aanvankelijk nog niet zo bekend was, had William Djoko geen last van de vergelijkbare naam. Tijdens de lockdown is de bekendheid van DJOKO echter gegroeid. Als gevolg daarvan beginnen steeds meer mensen William Djoko en DJOKO door elkaar te halen. William Djoko, die als eerste de naam gebruikte, vraagt daarom aan DJOKO om te stoppen met het gebruik van de DJ-naam DJOKO. DJOKO weigert dit te doen waarna William Djoko geen andere keuze heeft dan de zaak voor te leggen aan de rechter.
De rechter onderzoekt of het publiek van evenementen op het gebied van elektronische muziek het DJ-merk ‘William Djoko’ kan verwarren met de DJ-naam DJOKO. Dit lijdt geen twijfel. Zowel visueel als fonetisch lijken beide namen erg op elkaar. De nadruk van beide namen ligt immers op het woord ‘Djoko’ dat geen gangbaar, maar een onderscheidend woord is. Dat bij ‘William Djoko’ de naam ‘William’ er nog voor staat, is niet relevant aangezien de nadruk ligt op het woord ‘Djoko’. De rechter komt dan ook tot de conclusie dat het publiek het merk ‘William Djoko’ met de naam DJOKO zou kunnen verwarren. De rechter vindt het hierbij relevant dat de achternaam ‘Djoko’ zeer weinig voorkomt en daardoor erg opvalt en dat beiden muziek produceren binnen de sub genres house en techno.
DJOKO maakt dan ook inbreuk op het merkrecht van William Djoko. De rechter geeft DJOKO een maand de tijd om ervoor te zorgen dat zijn DJ-naam overal is veranderd.
Conclusie is dat ook DJ’s er goed aan doen om hun naam als merk te registreren. Mocht een andere DJ er met hun naam vandoor gaan is het makkelijk om daartegen actie te ondernemen.
Heb je vragen over de bescherming van merkrechten? Het VDS IE-team helpt je graag!
Producenten van muziek streven ernaar om luisteraars te bereiken via muziekstreamingsdiensten, zoals Spotify, SoundCloud of Apple Music. Doordat gebruikers via deze diensten veel verschillende muziek luisteren, afspeellijsten maken en nummers liken, komen er bij de diensten veel gegevens binnen over de gebruikers. Deze gegevens zijn persoonsgegevens van deze gebruikers, aangezien de gebruikers aan de hand van deze gegevens kunnen worden geïdentificeerd. Gebruikers hebben hier bij het aanmaken van hun account toestemming voor gegeven.
Wat de meeste gebruikers van streamingsdiensten echter niet weten, is dat zij op basis van de AVG het recht hebben om deze persoonsgegevens die de streamingdiensten verzamelen op te vragen en door te geven aan een andere dienst. Dit werkt als volgt.
Als je een account aanmaakt bij bijvoorbeeld Spotify, krijg je als gebruiker bepaalde rechten die voortvloeien uit de AVG. Gebruikers hebben onder andere het recht om alle digitale persoonsgegevens op te vragen die de dienst van de gebruiker verzamelt en verwerkt. Met dit recht in de hand kan de gebruiker gegevens, zoals zelf samengestelde afspeellijsten, titels van luisterboeken of podcasts makkelijk doorgeven aan een andere leverancier van dezelfde dienst, bijvoorbeeld Apple Music. Ook kan de gebruiker aan de muziekstreamingsdienst vragen om de gegevens rechtstreeks over te dragen aan een andere muziekstreamingsdienst. Dit wordt het recht op dataportabiliteit genoemd.
Organisaties zijn verplicht om aan een dergelijk verzoek mee te werken. Als zij dat niet doen, kan er een klacht worden ingediend bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Stap je binnenkort over naar een andere muziekstreamingsdienst? Maak dan gebruik van het recht op dataportabiliteit. Dan ben je je gegevens niet kwijt bij het opheffen van je account. Via deze link vind je een voorbeeldbrief die je kan gebruiken.
Heb je vragen over de AVG of rechten die daaruit voortvloeien? Het VDS privacy team helpt je graag!
Wie aan muziekfeesten denkt, denkt natuurlijk aan festivals! In een uitspraak van de rechtbank Den Haag ging het over een geschil tussen de aandeelhouders van een onderneming die zich bezighoudt met de exploitatie van elektronische muziek, met name door de organisatie van muziekfestivals.
De onderneming heeft drie aandeelhouders. Aandeelhouder B wil graag zijn aandelen in de onderneming verkopen aan aandeelhouder-tevens-bestuurder A. De statuten van de onderneming kennen een aanbiedingsregeling, op grond waarvan een aandeelhouder die zijn aandelen wil verkopen deze éérst moet aanbieden aan zijn medeaandeelhouders. Ook aandeelhouder C is geïnteresseerd in de aandelen. Aandeelhouder C verzoekt het bestuur om aanvullende (financiële) informatie om eventuele externe financiering te kunnen regelen. Aandeelhouder-tevens-bestuurder A weigert deze informatie aan hem te verstrekken. Aandeelhouder C weigert op zijn beurt zonder de gevraagde informatie een verklaring af te leggen dat hij de aandelen niet wil kopen. Hierdoor kunnen de aandelen van B niet overgedragen worden aan aandeelhouder A. Aandeelhouders A en B vorderen vervolgens bij de rechtbank dat aandeelhouder C alsnog medewerking verleent aan deze beoogde aandelenverkoop. Volgens hen heeft aandeelhouder C zijn rechten verspeeld door de statutaire termijn van drie weken om tot overeenstemming te komen over de koopprijs te laten verstrijken.
De rechtbank wijst de vorderingen van aandeelhouders A en B af. Aandeelhouder C heeft volgens de rechtbank tijdig gereageerd op het aanbod. Aangezien aandeelhouder C om nadere informatie heeft gevraagd, mag er niet van uit worden gegaan dat aandeelhouder C afziet van het kopen van de aandelen. Volgens de rechtbank is het bestuur op grond van de statuten niet verplicht deze informatie aan een aandeelhouder te verschaffen. Toch is de rechtbank van oordeel dat in een situatie als deze, het redelijk is dat aandeelhouder C wél recht heeft op de door hem gevraagde informatie.
Vragen over het informatierecht van aandeelhouders? Neem contact op met het VDS ondernemingsrecht team.
Heb je goede muziektips? Laat het ons vooral weten! Wij gaan verder met het voorbereiden van het nieuwe jaar door nieuwe wetgeving op een rijtje te zetten en je later te informeren over andere ontwikkelingen voor volgend jaar. Nu eerst nog een hopelijk mooie herfstperiode. Zijn er naar aanleiding van deze nieuwsbrief vragen? Neem dan contact met ons op. We helpen je graag verder
Met vriendelijke groet,
Team arbeidsrecht: Ester Kalis, Matthijs Bos, Eugenie Ágoston, Maartje van Asten, Marjon Schlimbach, Anne Arts, Lara Groenveld en Sharif Ali
Team ondernemingsrecht: Jan van der Steenhoven, Arjan van Elk, Paul Hendriks, Harm Eland en Elena Engbersen
Team IE/privacy: Ruby Nefkens, Hylke Klasens en Pascal Steijvers
Van der Steenhoven advocaten N.V.
Herengracht 582 (1017 CJ) Amsterdam
tel: +31 (0) 20 607 79 79
www.vandersteenhoven.nl, mail