Nieuwsbrief, 27 mei 2021
Nieuw evenwicht
Op 10 mei 2021 verscheen een artikel in het Financieele Dagblad met de kop: “Voorsorteren op het leven na Corona”. Dat artikel gaf ons inspiratie om aan onze collega’s te vragen hoe zij de toekomst voor zich zien. Want hoe ziet het (werk)leven er post-corona uit? Er zijn vast veel zaken waarvan ook u niet kunt wachten om die straks achter u te laten. Er zijn vast ook nieuwe gewoonten of gebruiken die behouden moeten worden. Denk bijvoorbeeld aan het gedeeltelijk werken vanuit huis. Dat brengt voor veel mensen voordelen met zich mee, zoals flexibiliteit en meer tijd thuis (met de kinderen of om te sporten). Bij ons op kantoor inventariseren wij ook wat de wensen en mogelijkheden zijn en maken wij goede afspraken over wanneer er op kantoor of thuis gewerkt kan worden. Het is belangrijk goed verbonden te blijven met elkaar om voor onze opdrachtgevers steeds het beste resultaat te bereiken. Dat lukt online prima maar voor net dat beetje extra willen wij elkaar graag weer live zien. In deze nieuwsbrief gaan we in op het vinden van nieuw evenwicht post-corona. Het team arbeidsrecht gaat in op de hybride werkplek, het team ondernemingsrecht bekijkt hoe aandeelhoudersvergaderingen er in de toekomst mogelijk uit komen te zien en team privacy gaat in op het verwerken van de vaccinatiestatus van werknemers. We sluiten de nieuwsbrief af met de bekendmaking van de winnaar van de TaalTaart.
Ook op het gebied van het arbeidsrecht moet nieuw evenwicht worden gevonden. Sommige bedrijven kunnen niet wachten om alle werknemers weer fulltime op de werkvloer te verwelkomen. Andere bedrijven bereiden zich voor op een nieuwe werksituatie waarin werknemers gedeeltelijk vanuit huis werken en gedeeltelijk werken op kantoor. Op de VDS LinkedIn-pagina hebben wij de volgende vraag gesteld: “Hoe ziet u de toekomst voor zich? Werkt u straks graag weer volledig op kantoor of toch liever (gedeeltelijk) vanuit huis? Van de 108 personen die hebben gestemd geeft 89% de voorkeur aan het gedeeltelijk werken vanuit huis en gedeeltelijk op kantoor. 9% ziet zichzelf in de toekomst weer het liefst volledig op kantoor werken. Een hele kleine minderheid (2%) geeft voorkeur aan volledig thuiswerken. Dank voor het reageren!
In onze december nieuwsbrief schreven wij al over het wetsvoorstel de Wet werken waar je wil. Dit wetsvoorstel moet ervoor zorgen dat werknemers in de toekomst een verzoek kunnen doen tot aanpassing van de arbeidsplaats (thuiswerken). Dit wetsvoorstel moet nog door de Tweede Kamer worden behandeld. De sociale partners hebben in de tussentijd ook niet stilgezeten. Zo pleit werkgeversvereniging AWVN voor een hybride werkplek. Daarmee wordt bedoeld het slim combineren van plaatsgebonden en plaatsongebonden werken, waarbij werkproces en werkende(n) leidend zijn, in plaats van gewoonte. Volgens AWVN kan zo’n benadering een positief effect hebben op de productiviteit, gezondheid en verbondenheid van werknemers. Vakbond FNV vindt dat thuiswerken moet worden meegenomen aan de cao-onderhandelingstafel. Volgens het FNV moeten er duidelijke afspraken gemaakt worden over wederzijdse verwachtingen over het thuiswerken, zodat het op een veilige en gezonde manier kan worden uitgevoerd (met de faciliteiten die daarvoor nodig zijn). Als de aard van het werk het toelaat, moeten werknemers in de toekomst het recht blijven houden (of krijgen) om gedeeltelijk vanuit huis te werken. Het mag echter geen verplichting worden.
Uit een onderzoek van AWVN blijkt dat afspraken over thuiswerken inderdaad steeds vaker worden opgenomen in cao’s. In 2020 waren in slechts 8% van de cao’s bepalingen opgenomen over thuiswerken. In 2021 is dat al 31%. Goede voorbeelden zijn de onderhandelingsakkoorden van Nationale Nederlanden en Rabobank. In dat laatste akkoord is zelfs expliciet het recht op onbereikbaarheid opgenomen ten behoeve van een gezonde werk-privé balans voor werknemers.
Kortom, niet alleen de politiek, maar ook de sociale partners en werkgevers zijn bezig met het (werk)leven post-corona. Thuiswerken en het recht op onbereikbaarheid behoren in de toekomst mogelijk tot een vast onderdeel van afspraken tussen werkgevers en werknemers. Wij krijgen ook steeds meer vragen over de mogelijkheden om thuiswerken te faciliteren. Denk daarbij aan thuiswerkvergoedingen, het inruilen van een leaseauto, het invoeren van een mobiliteitsbudget, (een budget voor) het inrichten van de werkplek, enzovoorts. Wat ons betreft een mooie ontwikkeling. Wij zijn benieuwd wat u daarvan vindt? Vindt u dat de werkgever het thuiswerken altijd moet faciliteren en zo ja hoe?
Veel BV’s en NV’s liepen er vorig jaar al tegenaan: het organiseren van aandeelhoudersvergaderingen in coronatijd. Hoofdregel is dat voor het nemen van aandeelhoudersbesluiten een fysieke aandeelhoudersbijeenkomst nodig is. Het is weliswaar mogelijk om besluiten buiten vergadering te nemen, maar dan moeten alle stemgerechtigden hiermee instemmen en dat gebeurt niet altijd.
Op 24 april 2020 kwam de wetgever ondernemingen tegemoet met de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid (“Spoedwet”). Op grond van deze wet kan het bestuur bepalen dat een algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) uitsluitend langs elektronische weg (online) wordt georganiseerd. Met deze wet kan het behandelen van onderwerpen en het stemmen daarover volledig elektronisch plaatsvinden. Wel geldt als voorwaarde dat de aandeelhouders voorafgaand aan de elektronische vergadering de gelegenheid krijgen om (schriftelijk dan wel elektronisch) vragen te stellen over de geagendeerde onderwerpen.
De Spoedwet is van tijdelijke aard en stopt op 1 juni 2021 (een verlenging tot 1 augustus 2021 is op komst). Als de situatie daarna weer voldoende genormaliseerd is, dan kunnen de fysieke aandeelhoudersvergaderingen weer hervat worden. Gaat dat ook gebeuren, of bevalt de elektronische vergadering daarvoor te goed? In dat laatste geval zal – bij verval van de Spoedwet – gekeken moeten worden naar de statuten. In de statuten kan worden geregeld dat individuele aandeelhouders via een elektronisch communicatiemiddel (videoverbinding) kunnen deelnemen aan de AVA. Wel geldt hierbij dat er op locatie een uitgeklede versie van de algemene vergadering moet worden georganiseerd met de voorzitter en eventueel de secretaris in eenzelfde ruimte. Een volledig elektronische AVA is op basis van de bestaande wetgeving nog niet mogelijk.
Een blijvende aanpassing van het Burgerlijk Wetboek is op termijn niet ondenkbaar. Voor nu is het raadzaam om de statuten op orde te hebben, om ook post-corona flexibel te vergaderen en rechtsgeldige besluiten te nemen via een videoverbinding. Benieuwd of uw statuten volstaan? Neem dan gerust contact op met het ondernemingsrecht team, wij helpen u graag verder.
Na bijna vier maanden vaccineren zijn er ruim 8,6 miljoen prikken gezet tegen het coronavirus. Het coronavaccin zorgt weer voor nieuwe vragen in de werkgevers-werknemers relatie. Mag een werkgever bijvoorbeeld registreren of een werknemer het coronavaccin heeft gehad?
Of een werknemer is gevaccineerd, zegt iets over de gezondheid. Dit kwalificeert daarom als “bijzonder persoonsgegeven” zoals bedoeld in de AVG. Het verwerken van bijzondere persoonsgegevens is in beginsel verboden, tenzij er een uitzondering is. Wanneer is er precies sprake van een uitzonderingsituatie?
Eén van de uitzonderingen is de uitdrukkelijke, vrijwillige toestemming van de werknemer. Hier kan in deze situatie echter geen beroep op worden gedaan. Door de gezagsrelatie tussen werknemer en werkgever zal de werknemer druk ervaren en geen vrije toestemming kunnen geven.
Er is ook sprake van een uitzondering wanneer de verwerking noodzakelijk is om redenen van algemeen belang, waaronder begrepen het belang van de volksgezondheid. Om een beroep te kunnen doen op deze uitzondering is vereist dat deze mogelijkheid bij wet is vastgelegd. Een dergelijke wet is er tot nu toe nog niet.
Werkgevers mogen de vaccinatiestatus van werknemers dus niet registreren. Wanneer een werkgever dit toch doet, handelt hij in strijd met de AVG. In de volgende nieuwsbrief komen we terug op de vraag in hoeverre werkgevers vaccinatie en het tonen van een vaccinatiebewijs verplicht kunnen stellen. Heeft u hier nog vragen over? Mail het ons, dan nemen wij dat mee in onze volgende nieuwsbrief.
In onze april nieuwsbrief hebben wij u gevraagd of u leuke voorbeelden heeft van goed of juist niet goed taalgebruik. Wij hebben beloofd de winnaar te belonen met een echte TaalTaart. De winnaar van de TaalTaart is:
“Het woord “aangeven”. Het woord aangeven vind ik met de dag hinderlijker worden. Je geeft een baby aan bij de burgerlijke stand, je geeft de suikerpot aan in de zin van overhandigen, eventueel nog “invullen”. Tegenwoordig is “aangeven” het softe synoniem van stellen, zeggen, schrijven, bekend maken, de mening zijn toegedaan, duidelijk maken etc. Bijv. de reizigers is aangegeven dat er werkzaamheden zijn op de Noord/Zuidlijn. Hoe aangegeven? Is het omgeroepen, staat het op informatieborden, staat er een verwijzer op het perron die dit zegt?”
Gefeliciteerd Marie-Christine! De TaalTaart komt zo spoedig mogelijk jouw kant op.
Zijn er vragen naar aanleiding van deze nieuwsbrief? Neem dan contact met ons op. Wij helpen u graag verder.
Met vriendelijke groet,
Team arbeidsrecht: Ester Kalis, Matthijs Bos, Eugenie Ágoston, Maartje van Asten, Marjon Schlimbach, Romy Schneider, Lara Groenveld, Laura de Sain en Menno Noordermeer
Team ondernemingsrecht: Jan van der Steenhoven, Arjan van Elk, Alexander op ’t Hoog, Annabel van Iersel en Harm Eland
Team IE/privacy: Ruby Nefkens, Hylke Klasens en Eva Meijer
Van der Steenhoven advocaten N.V.
Herengracht 582 (1017 CJ) Amsterdam
tel: +31 (0) 20 607 79 79
www.vandersteenhoven.nl, mail