Nieuwsbrief, 26 januari 2023
Op naar het voorjaar! Via goede voornemens naar (nieuwe en toekomstige) wetgeving 2023.
De dagen worden alweer lichter. Vol energie het nieuwe jaar verwelkomd? Nog steeds gemotiveerd om de goede voornemens uit te voeren? Op naar een jaar in beweging! Ook op wetgevingsgebied.
Deze nieuwsbrief staat in het teken van nieuwe en toekomstige wetgeving. De VdS-teams blikken vooruit naar wat we kunnen verwachten in de komende periode. Naast informatie over interessante te verwachte wetgeving, geven we in deze nieuwsbrief ook enkele juridische tips of aanbevelingen die relevant kunnen zijn in het jaar 2023.
Voordat we inhoudelijk van wal steken, verblijden we je eerst graag met een aantal persoonlijke tips voor het aankomende jaar! Welke tips hebben onze collega’s om in beweging te komen en in balans te blijven:
Hierbij een aantal wijzigingen voor dit jaar op een rijtje:
Vragen over deze onderwerpen?
Neem contact op met het team arbeidsrecht.
Het auteurscontractenrecht heeft tot doel om de positie van de makers van auteursrechtelijke werken ten opzichte van de exploitanten van hun werk te verbeteren. Het auteurscontractenrecht is in 2015 aan de Auteurswet toegevoegd. Zo werd in de wet opgenomen dat makers recht hebben op een billijke vergoeding voor de exploitatie van hun werk. Daarnaast werd bijvoorbeeld de ‘bestsellers vergoeding’ toegevoegd. Dit houdt in dat, mocht het werk van een maker onverwacht een groot succes worden en de afgesproken vergoeding daarmee niet in verhouding staat, de maker een aanvullende compensatie kan krijgen.
Zie ook onze eerdere artikelen over het wetsvoorstel auteurscontractenrecht (link) (link), de bestsellersbepaling (link) en de licentieovereenkomsten (link).
Ter evaluatie van het auteurscontractenrecht is in 2020 in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) een kritisch rapport verschenen. Uit het rapport volgt onder meer dat de onderhandelingspositie van veel makers nog steeds niet zo sterk is als in 2015 werd beoogd.
Makers durven bijvoorbeeld in veel gevallen bij onvrede over hun vergoeding geen procedure te starten tegen de exploitant, uit vrees om de relatie met hun opdrachtgever op het spel te zetten en mogelijk op een zwarte lijst te belanden. Naar aanleiding van het rapport en een door de Tweede Kamer aangenomen motie zal in 2023 een wijziging van het auteurscontractenrecht worden voorgesteld.
De belangrijkste wijziging ziet op het invoeren van een recht op een vergoeding voor filmmakers waarvan het filmwerk op ‘on demand’ diensten beschikbaar wordt gesteld. Daarnaast wordt bijvoorbeeld de wijze waarop exclusieve licenties rechtsgeldig kunnen worden verleend aangepast. Verder wordt onder andere voorgesteld dat het exploitanten wordt verplicht een onderscheid te maken tussen de billijke vergoeding en het honorarium voor andere opdrachten. Zo kunnen makers makkelijker beoordelen of zij een billijke vergoeding hebben ontvangen en wat de hoogte hiervan is.
Zodra hier meer over bekend is laten we het weten.
Heb je vragen over de bescherming van auteursrechten of over het auteurscontractenrecht? Het VDS IE-team helpt je graag!
Op 17 november 2022 heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) aan de politie Rotterdam een boete van € 50.000,- opgelegd. De politie had de privacy risico’s van het gebruik van camera-auto’s niet in kaart gebracht. Het in kaart brengen van privacy risico’s heet een DPIA en kan in sommige gevallen ook voor jouw bedrijf verplicht zijn.
DPIA
Het analyseren van grootschalige risico’s op het gebied van privacy wordt een data protection impact assessment (DPIA) genoemd. Het doen van DPIA is voor organisaties en bedrijven verplicht als zij persoonsgegevens verwerken en die verwerking een hoog risico inhoudt voor de rechten en vrijheden van natuurlijke personen.
Wanneer?
Wanneer is sprake van een hoog risico? De Europese privacytoezichthouders hebben in 2017 een lijst met 9 criteria gemaakt om te beoordelen of de verwerking van persoonsgegevens een hoog privacy risico oplevert. Als vuistregel kan ervan worden uitgegaan dat een DPIA moet worden uitgevoerd als de verwerking van persoonsgegevens aan twee of meer van de criteria uit de lijst voldoet. Voorbeelden van criteria zijn de verwerking van persoonsgegevens van kwetsbare personen of gebruik van nieuwe technologieën die persoonsgegevens verwerken. De lijst vind je via deze link.
De Rotterdamse politie had geen DPIA uitgevoerd, terwijl de AP vindt dat dit wel had gemoeten. De politie heeft namelijk met de inzet van de camera-auto’s een nieuwe technologie gebruikt en hiermee in de openbare ruimte persoonsgegevens van grote groepen mensen verzameld, die waarschijnlijk niet wisten dat er beelden werden gemaakt of hoe deze werden gebruikt. Dit zijn twee situaties die ook in de eerdergenoemde lijst met criteria staan.
Heb je vragen over een DPIA of heb je andere vragen over privacy? Het VDS privacy team helpt je graag!
We beginnen met een opfrissertje over het benoemen en ontslaan van statutair bestuurders. De werkgever in onderstaande casus had er in ieder geval baat bij gehad.
Wat was hier aan de hand? De betreffende onderneming heeft een werknemer in dienst als ‘managing director’ op basis van een arbeidsovereenkomst. De werknemer staat ingeschreven als statutair bestuurder in het handelsregister van de KvK. Op een dag besluiten de aandeelhouders van de vennootschap de werknemer te ontslaan als statutair bestuurder. Het ontslag van een statutair bestuurder brengt normaal gesproken automatisch het einde van de arbeidsovereenkomst met zich mee.
De werknemer is het oneens met het ontslag en stapt naar de rechter. De werknemer stelt dat hij géén statutair bestuurder was, en dus beschermd is tegen ontslag zoals een gewone werknemer. Wat vond de rechtbank daarvan? De rechtbank geeft aan dat de werkgever moet bewijzen dat de werknemer statutair bestuurder is. Daar slaagt de werkgever niet in. De enkele verwijzing naar een inschrijving in het handelsregister van de KvK is volgens de rechtbank niet voldoende.
Daar is de werkgever het niet mee eens. Volgens de werkgever is het aan de werknemer om te bewijzen dat hij geen statutair bestuurder was. Zo betoogt de werkgever in hoger beroep en daarop zelfs in cassatie. Tevergeefs. De Hoge Raad bevestigt de hoofdregel dat werknemers bescherming genieten binnen het ontslagrecht. Het is de werkgever die een beroep doet op de bijzondere regels die gelden voor statutair bestuurders, waardoor de bewijslast met betrekking tot het statutair bestuurderschap van de werknemer op de werkgever rust.
De aandeelhouders maken de balans op. Wat nemen we als tip mee?
Heb je vragen over het benoemen of ontslaan van statutair bestuurders? Neem dan gerust contact met ons op. Ons ondernemingsrechtteam staat voor u klaar!
Zijn er naar aanleiding van deze nieuwsbrief vragen? Neem dan contact met ons op. We helpen je graag verder. En als je goede tips hebt voor ons dan horen we dat ook heel graag!
Met vriendelijke groet,
Team arbeidsrecht: Ester Kalis, Matthijs Bos, Eugenie Ágoston, Maartje van Asten, Marjon Schlimbach, Anne Arts, Lara Groenveld, Sharif Ali en Celine Sup
Team ondernemingsrecht: Jan van der Steenhoven, Arjan van Elk, Paul Hendriks en Harm Eland
Team IE/privacy: Ruby Nefkens, Hylke Klasens en Pascal Steijvers
Van der Steenhoven advocaten N.V.
Herengracht 582 (1017 CJ) Amsterdam
tel: +31 (0) 20 607 79 79
www.vandersteenhoven.nl, mail