nieuwsbrief

nieuwsbrief

Nieuwsbrief, 22 maart 2022           

Voorjaar
Het contrast kan bijna niet groter. Terwijl wij in ons in Nederland opmaken voor een zonnig voorjaar, wordt Oekraïne op ongekend wrede en agressieve wijze binnengevallen. Op nog geen 2.000 kilometer afstand vechten ruim 40 miljoen Oekraïners voor hun vrijheid en veiligheid. Velen van hen hebben huis en haard verlaten, op zoek naar een veilig heenkomen elders. Ook wij zijn diep geschokt over de gruwelijke gebeurtenissen in Oekraïne. Onze gedachten zijn bij het Oekraïense volk dat leeft in een tijd van extreme angst en onzekerheid. Daarom dit keer in deze nieuwsbrief geen tips van onze collega’s, maar een ondubbelzinnig statement tegen de oorlog in Oekraïne: ‘’stand firm!’’

Deze nieuwsbrief zet een aantal juridische ontwikkelingen van dit (voor)jaar op een rij. Team Arbeidsrecht bespreekt de Wet betaald ouderschapsverlof, de invoering van het STAP-budget en het verbod op nevenwerkzaamheden. Team Ondernemingsrecht gaat in op de Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (de Wet Vifo). Team intellectueel eigendom behandelt twee rechtszaken waarin tuinmeubilair centraal stond. Tot slot geeft Team privacy tips om dit (voor)jaar ‘privacy compliant’ te worden of te blijven. 

Stand firm!

Wij zijn geschokt door de invasie van Rusland in Oekraïne in de vroege ochtend van 24 februari jl.

Als gevolg van de oorlog in Oekraïne en de dreiging van de inzet van nucleaire wapens worden de vrede en democratie in Europa ernstig bedreigd. Oekraïne verdedigt haar democratie met man en macht, maar het is zonder externe steun een ongelijke strijd. Wij kunnen daarin niet zwijgzaam toekijken of de blik afwenden en doorwerken. Zakelijke dienstverleners in Nederland en Europa dragen daarin ook een verantwoordelijkheid. 

Wij hebben een eed gezworen bij aanvaarding van ons ambt. Wij beloofden plechtig geen zaken te behandelen of belangen te verdedigen die wij in gemoede niet rechtvaardig achten. In tijden van crisis en oorlog dienen wij daarin nog strenger ons morele kompas te volgen en dienovereenkomstig te handelen.

Wij doen een beroep op alle advocatenkantoren in Nederland om deze verklaring te steunen en zullen iedere transactie die mogelijk het oogmerk heeft de belangen veilig te stellen van de Russische president, de Russische staat, Russische (staats-)bedrijven of de Russische elite weigeren uit te voeren voor zover zij niet openlijk stelling nemen tegen de inval in Oekraïne. Wij zullen niet de belangen behartigen van degenen die (indirect) de oorlog tegen Oekraïne faciliteren. Dat begint met het respecteren van de sancties tegen Rusland die in Europees verband zijn afgekondigd.

De tijd is aangebroken om kleur te bekennen. Stand firm!

 

Team arbeidsrecht: wetswijzigingen voorjaar 2022

Dit (voor)jaar zijn er weer een aantal belangrijke verschuivingen op arbeidsrechtelijk gebied. De voor werkgevers meest relevante, bespreken wij hieronder. 

Wet betaald ouderschapsverlof
Op 1 augustus 2022 treedt de ‘Wet betaald ouderschapsverlof’ in werking. De wet geeft ouders de mogelijkheid om tijd door te brengen met hun pasgeboren kind, zonder dat dit ten koste gaat van het inkomen van de ouders. Op dit moment hebben werknemers nog recht op zesentwintig (26) weken onbetaald ouderschapsverlof. Onder de nieuwe wet hebben werknemers gedurende het eerste jaar na de geboorte van hun kind recht op negen (9) weken betaald ouderschapsverlof. In aanvulling op de negen (9) weken betaald ouderschapsverlof, hebben werknemers onder de nieuwe wet gedurende de eerste acht (8) levensjaren van het kind ook nog recht op zeventien (17) weken onbetaald ouderschapsverlof. Hiermee blijft de totale duur van het ouderschapsverlof dus gelijk. De uitkering zal 70 procent van het laatst verdiende salaris bedragen en nooit hoger zijn dan 70 procent van het maximum dagloon en zal worden verstrekt door het UWV – en dus niet door de werkgever. Werkgevers zijn daarentegen wél verantwoordelijk voor de aanvraag van de uitkering. Het blijft voor werkgevers uiteraard mogelijk om aanvullende afspraken te maken.  

STAP-budget 
Vanaf 1 maart 2022 kan iedereen tussen de 18 en de AOW-gerechtigde leeftijd die een band heeft met de Nederlandse arbeidsmarkt een beroep doen op het STAP-budget (STimulering Arbeidsmarkt Positie). Met de beschikbaarstelling van het STAP-budget bevordert het kabinet de ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid van de werkzame beroepsbevolking. Het STAP-budget bedraagt 1.000 euro per jaar en kan worden gebruikt voor allerhande soorten trainingen, cursussen en opleidingen. Enige voorwaarde is dat de training, cursus of opleiding in het STAP-scholingsregister staat ingeschreven. 

Met de invoering van het STAP-budget wordt er een einde gemaakt aan de fiscale aftrekbaarheid van scholingskosten voor werknemers. Vanaf 1 januari 2022 zijn scholingskosten dan ook niet meer fiscaal aftrekbaar. Werkgevers die de studiekosten van hun werknemers vergoeden, kunnen nog wel blijven profiteren van fiscale aftrekbaarheid. 

Het STAP-budget kan bijdragen aan de ontwikkeling van jouw personeel en komt volledig voor rekening van het UWV. Werknemers moeten wel zelf de aanvraag indienen. Daarom raden wij werkgevers aan om werknemers te informeren over de mogelijkheden van het STAP-budget en om hen te stimuleren om de subsidie aan te vragen. 

Nevenwerkzaamheden
Op 1 augustus 2022 treedt ook de ‘Wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden’ in werking. Eén van de onderwerpen van deze wet ziet op het verbod op nevenwerkzaamheden. Voor een bespreking van alle onderwerpen van deze wet is, verwijzen wij graag naar onze nieuwsbrief van januari

Op dit moment verbieden veel arbeidsovereenkomsten werknemers om naast hun primaire dienstbetrekking werkzaamheden te verrichten (verbod op nevenwerkzaamheden). De nieuwe wet gaat deze vrijheid van werkgevers grotendeels aan banden leggen: vanaf 1 augustus 2022 staat het werknemers als uitgangspunt volledig vrij om nevenwerkzaamheden te verrichten. Dit betekent dat in beginsel alle op 1 augustus 2022 bestaande verboden nietig zijn. Hierop bestaat wel één belangrijke uitzondering. Het blijft voor werkgevers nog wél mogelijk om nevenwerkzaamheden te verbieden die onverenigbaar zijn met de functie van de werknemer; dat wil zeggen, wanneer daarvoor objectieve redenen bestaan. Voorbeelden daarvan zijn: werkzaamheden die een gevaar opleveren voor gezondheid en veiligheid, de vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie in gevaar brengen of voor een belangconflict kunnen zorgen. 

Vooralsnog bestaat er geen directe noodzaak tot aanpassing van bestaande arbeidsovereenkomsten die een verbod op nevenwerkzaamheden bevatten; objectieve redenen kunnen óók worden ingeroepen wanneer deze niet uitdrukkelijk zijn opgenomen in de arbeidsovereenkomst. Wél raden wij werkgevers aan om vóór 1 augustus 2022 na te denken over mogelijke objectieve redenen die toepassing van het verbod op nevenwerkzaamheden kunnen rechtvaardigen en daarbij om de tekst van het verbod op nevenwerkzaamheden in arbeidsovereenkomsten met nieuw personeel aan te passen.

Heb je nog vragen over een van de bovenstaande onderwerpen of heb je andere arbeidsrechtelijke vragen? Neem contact op met ons arbeidsrechtteam.

Team ondernemingsrecht: Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (Vifo)

Op 1 september 2022 zal de ‘Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames’, kortweg: de ‘’Wet Vifo’’ in werking treden. De Wet Vifo introduceert een veiligheidstoets voor ongewenste investeringen, fusies en overnames die een risico kunnen opleveren voor de nationale veiligheid. Gezien de oorlog in Oekraïne, lijkt het ons een geschikt moment om hier in deze nieuwsbrief aandacht aan te besteden. 

Voor wie gaat de Wet Vifo gelden?
Op dit moment bestaat er al een veiligheidstoets voor de energie- en telecomsector. De Wet Vifo gaat daarentegen gelden voor ondernemingen uit álle sectoren, voor zover deze ondernemingen als ‘’doelonderneming’’ zijn te beschouwen. Doelondernemingen zijn: 

  1. ‘’Vitale aanbieders’’: in Nederland gevestigde ondernemingen die processen uitvoeren die zo essentieel zijn voor de Nederlandse samenleving, dat uitval of verstoring tot ernstige maatschappelijke ontwrichting kan leiden. Voorbeelden van ‘’vitale aanbieders’’ zijn banken en (lucht)havens, maar ook ondernemingen die actief zijn op het gebied van kernenergie, warmtedistributie en gasopslag.  
     
  2. In Nederland gevestigde ondernemingen die beschikken over ‘’sensitieve technologie’’; dat wil zeggen, exclusieve kennis en informatie die, wanneer deze in de verkeerde handen valt, een bedreiging kan vormen voor de nationale veiligheid. Hierbij kun je denken aan ondernemingen als ASML en Smart Photonics. 

Wanneer gaat de Wet Vifo gelden?
De Wet Vifo geldt wanneer een partij (de ‘’verwerver’’) een beslissende invloed krijgt op de activiteiten van een doelonderneming. Dit kan onder meer het gevolg zijn van een investering, fusie, overname, joint-venture en splitsing. De wet is met name geïntroduceerd met het oog op buitenlandse investeringen – en Chinese in het bijzonder. De verwerver hoeft echter niet per se buitenlands te zijn; ook Nederlandse verwervers vallen onder het bereik van de wet. 

Veiligheidstoets en sancties
Bestaat er een voornemen van een investering, fusie of andere verwervingsactiviteit, dan moet de doelonderneming of de verwerver dit voornemen bij de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) melden. De melding wordt gevolgd door een veiligheidstoets, waarin onder meer de eigendomsstructuur, transparantie en de veiligheidssituatie in het land waar de verwerver is gevestigd, onder de loep worden genomen. 

Wanneer blijkt dat er inderdaad een risico is voor de nationale veiligheid, dan kan de minister nadere voorschriften verbinden aan de verwervingsactiviteit. Wordt er niet aan deze voorschriften of meldplicht voldaan, dan kan de minister onder meer een bestuurlijk boete opleggen en de verworven zeggenschapsrechten schorsen. In het uiterste geval kan de minister besluiten om de verwervingsactiviteit in zijn geheel te verbieden.

Heb je nog vragen over de Wet Vifo, of andere ondernemingsrechtelijke vragen, neem dan contact op met één van onze ondernemingsrecht advocaten.  

Team intellectueel eigendomsrecht: namaak van tuinmeubilair? 

De krokussen beginnen te bloeien en de eerste warme zonnestralen laten zich zien. Voor iedereen die over een tuin, balkon of dakterras beschikt, is dit hét moment om het tuinmeubilair weer tevoorschijn te halen. De tuinmeubelbranche zorgt elk jaar weer voor genoeg keuze om de buitenplaats mee aan te kleden. Maar soms is de inspiratie op en wordt er voor een nieuw product wel eens iets te veel gekeken naar de concurrent. Dit kan problemen opleveren.

De vormgeving van tuinmeubilair kan namelijk beschermd zijn tegen namaak door het auteursrecht en/of het modellenrecht. Het opdoen van inspiratie bij de concurrent is toegestaan, maar als dit te dicht in de buurt van imitatie komt, dan is er sprake van een inbreuk op rechten. 

In het kader van de lente hebben we voor u een aantal tuinmeubel-zaken op een rij gezet. De eerste gaat over auteursrecht en de tweede over modelrecht.

Tribù versus Borek
Een voorbeeld van hoe het mis kan gaan is de zaak tussen Tribù en Borek. Dit zijn twee bedrijven die zich bezighouden met het ontwerpen en vervaardigen van tuinmeubilair. Tribù bracht in 1999, 2003 en 2010 verschillende versies van de Natal-stoel op de markt. De laatste versie van deze stoel is de Natal Alu-stoel. 

Borek bracht in 2015 de Collin-stoel op de markt. Tribù vindt deze stoel wel erg op de Natal Alu-stoel lijken, en stapt naar de rechter. Tribù beroept zich op de bescherming van het auteursrecht. 

Om in aanmerking te komen voor auteursrecht is geen registratie verplicht. Het enige vereiste is dat de vormgeving van het product oorspronkelijk is en een eigen karakter heeft. Het moet origineel zijn.

Van een inbreuk op auteursrecht is sprake wanneer beide producten zo erg op elkaar lijken, dat in de ogen van de gemiddelde consument de totaalindrukken overeenkomen. Met andere woorden: je ziet bijna geen verschil en krijgt dezelfde indruk bij het bekijken van de stoelen. Op de afbeelding hieronder zijn de Collin-stoel van Borek (links) en de Natal Alu-stoel van Tribù (rechts) te zien. Wat denk je: is hier sprake van imitatie?

Het hof Den Haag oordeelt op 1 september 2020 dat hier sprake is van een auteursrechtinbreuk, en dus van imitatie. De Natal Alu-stoel van Tribù is volgens het hof auteursrechtelijk beschermd en de verschillen tussen beide stoelen zijn zo gering dat de totaalindrukken van beide stoelen overeenkomen. De vormgevingselementen van de Natal Alu-stoel (onder andere een slank, vierkant metalen profiel dat eenvormig is en poten die loodrecht omhooggaan en dezelfde lengte hebben) zijn volgens het hof nagenoeg allemaal overgenomen in de Collin-stoel. Borek maakt met de Collin-stoel dus een inbreuk op het auteursrecht van Tribù.  

PASSION versus Passion
Een voorbeeld van een modelrecht-zaak is de zaak tussen Plus 100 en Van der Garde. Plus 100 is een groothandel en ontwerper in tuinmeubilair. Plus 100 is sinds 2012 houder van het modelrecht dat ziet op een modulair systeem van Lounge-onderdelen. De lounge-set, die wordt verkocht onder de naam ‘PASSION Lounge-set’, bestaat uit verschillende onderdelen en kan door de klant zelf worden samengesteld. Deze PASSION Lounge-set is hier te zien: 

PASSION

Van der Garde is een bedrijf dat al jaren tuinmeubelen verkoopt aan consumenten. Sinds 2012 verkoopt zij ook een lounge-set onder de naam ‘Passion’. De Passion bestaat ook uit lossen delen, maar heeft een vaste opstelling en is dus geen modulair systeem. De Passion is hier te zien:

Passion

Plus 100 vindt dat Van der Garde inbreuk maakt op haar modelrechten en stapt naar de rechter. 

Om een beroep op modelrecht te kunnen doen, is het nodig dat het model is geregistreerd bij het daarvoor bestemde bureau. Voor een modelrecht-inbreuk moet er sprake zijn van een model, in dit geval de lounge-set van Van der Garde, dat bij een geïnformeerde, aandachtige gebruiker geen andere indruk wekt dan de lounge-set van Plus 100. 

Wat denk jij: is hier sprake van imitatie?
De voorzieningenrechter in Den Haag oordeelt op 27 juli 2018 in kort geding dat van een modelrecht-inbreuk geen sprake is omdat de Passion een andere algemene indruk wekt door o.a. de opvallende poten (in plaats van een zwevend onderstel), de rechte leuning (in plaats van een stijlvolle rugleuning met curve) en het ontbreken van een strakke, massieve en minimalistische uitstraling. De spijlen aan de achterkant die beide lounge-sets hebben, verschillen bij beide sets in aantal en zijn daarnaast gebruikelijk in tuinmeubelen. Er is hier volgens de voorzieningenrechter daarom geen sprake van imitatie. 

Wil je een nieuw (tuin-)product op de markt brengen? Zorg er dan voor dat jouw opgedane inspiratie niet in de buurt van imitatie komt. 

Heb je vragen over de bescherming van tuinmeubilair of andere producten? Voor alle vragen op het gebied van het intellectueel eigendomsrecht kun je terecht bij ons IE-team. Wij helpen je graag!

Team privacyrecht: grote privacy-schoonmaak!

Het voorjaar is bij uitstek de periode om na te gaan of jouw organisatie alles op orde heeft. Hierbij kan het onderwerp ‘privacy compliance’ natuurlijk niet ontbreken. Ben jij al privacy compliant?

Privacy compliance betekent niets meer en niets minder dan het voldoen aan de verplichtingen uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De AVG is op 25 mei 2018 in werking getreden, en vanaf dat moment wordt van organisaties verwacht dat zij voldoen aan de verplichtingen uit deze wet. Voldoet een organisatie hier niet aan? Dan valt mogelijk een boete van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) op de deurmat, of kom je als organisatie vervelend in het nieuws. 

Ik hoor je denken “Ja, we zijn toen wel begonnen, maar het had niet echt prioriteit binnen ons bedrijf, en het is daarna blijven liggen”. Dan is dit een mooi moment om verder te gaan met waar je bent gebleven! 

Een eerste stap naar privacy compliance is het maken van een inventarisatie van welke stappen je al hebt genomen. Je kunt daarvoor ons handige stappenplan gebruiken. Heb je dat nog niet? Laat het ons weten. We sturen het je graag toe.

Een goed begin is om te bekijken of je al een verwerkingsregister hebt. Daarin staat welke persoonsgegevens er binnen jouw organisatie worden verwerkt en van wie, en hoe lang je die bewaart. Maak hierbij onderscheid tussen gewone persoonsgegevens en bijzondere persoonsgegevens. Bijzondere persoonsgegevens zijn gegevens die betrekking hebben op bijvoorbeeld iemands gezondheid, etnische afkomst of strafrechtelijke verleden. Deze gegevens mogen niet zomaar verwerkt worden.

Vervolgens moet er een doel en een grondslag uit de AVG zijn op basis waarvan jouw organisatie persoonsgegevens mag verwerken. Ook dit moet je op een rij zetten. Als organisatie ben je ook verplicht om passende technische en organisatorische maatregelen te nemen om persoonsgegevens te beveiligen. Daarnaast heb je als organisatie een informatieplicht. Het is belangrijk dat je informatie verstrekt over de wijze van verwerking van persoonsgegevens aan je medewerkers, maar ook bijvoorbeeld aan bezoekers van de website. Het eerste leg je vast in beleid, het tweede in een privacyverklaring op de website. Let erop dat je daarbij ook de gebruikte cookies meeneemt. Ook daarover moet je je websitebezoekers informeren. 

Beveiliging wordt steeds belangrijker, zeker gezien het gevaar op een datalek en alle nadelige consequenties daarvan. Besteed daar nog eens aandacht aan.

Daarnaast moet je als organisatie kijken of je een Data Protection Assessment uit moet voeren (bijvoorbeeld bij de aanschaf van nieuwe software), en of je alle noodzakelijke verwerkersovereenkomsten hebt gesloten en of je een functionaris gegevensbescherming aan moet stellen. 

Hierboven staan belangrijke stappen die je in elk geval moet nemen. Maar daarnaast zijn er nog meer voorwaarden waaraan jouw organisatie moet voldoen om privacy compliant te zijn. Privacy compliance is een ‘ongoing process’. Je moet dus regelmatig bekijken of er (nieuwe) maatregelen genomen moeten worden. 

Wij bieden verschillende modellen aan waarmee je kunt werken, zoals een verwerkingsregister, een verwerkersovereenkomst, een privacyverklaring en een intern privacybeleid. 
Benieuwd naar hoe wij jou kunnen helpen om privacy compliant te worden, of om te checken of je alle noodzakelijke maatregelen hebt genomen? Of wil je hier eens met ons over sparren? Dat kan vrijblijvend. Het privacy team helpt je graag! 

Namens het gehele VDS-team wensen wij jou een prettig voorjaar toe! 

Zijn er vragen naar aanleiding van deze nieuwsbrief? Neem dan contact met ons op. We helpen graag verder.

Met vriendelijke groet,

Team arbeidsrecht: Ester Kalis, Matthijs Bos, Eugenie Ágoston, Maartje van Asten, Marjon Schlimbach, Anne ArtsLara Groenveld en Sharif Ali

Team ondernemingsrecht: Jan van der Steenhoven, Arjan van Elk, Margot WandersHarm Eland, Erik van den Berg en Bastiaan van den Boogaart

Team IE/privacy: Ruby Nefkens, Hylke Klasens en Emmely Schaaphok

Van der Steenhoven advocaten N.V.
Herengracht 582 (1017 CJ) Amsterdam
tel: +31 (0) 20 607 79 79
www.vandersteenhoven.nl, mail

Aan de samenstelling en inhoud van deze nieuwsbrief is de meeste zorg besteed. Van der Steenhoven advocaten N.V. aanvaardt geen verantwoordelijkheid ten aanzien van op basis van deze nieuwsbrief genomen beslissingen, tenzij zij vooraf in concrete gevallen is geraadpleegd.

 

Wilt u de nieuwsbrief ook ontvangen?


  meld u dan hier aan